Vakantie?
“Was het vakantie voor je, of heb je het weggeschreven onder professionalisering?” Het is even stil voordat Johan antwoordt. “Dat is een goede vraag”, zegt hij ten slotte. Johan is financieel directeur en kan zijn eigen tijd indelen en wegschrijven. Hij is net terug van vijf dagen ‘hiken’ in Italië: met een rugzak op wandelen, zonder telefoon, zonder computer, en zonder horloge. Voor de eerste keer. Hij heeft nooit langer dan een paar uur gelopen en nog nooit met een rugzak op.
—
“Als ik vakantie neem, ga ik meestal een weekje op het strand liggen. Dat was voor mij bijkomen van het werk”, zegt hij. “Deze vijf dagen lopen waren intensief en vermoeiend, maar wat is er een enorme rust over me heen gekomen. Ik ben nog nooit zo relaxed geweest, vooral in mijn hoofd. De natuur, stilte, wandelen, ik heb me nooit gerealiseerd hoe weldadig, ontspannend en helend dat kan zijn.” Ik knik alleen maar. “Dat kun je bijna niet uitleggen dat moet je ervaren”, vertelt hij verder. “Misschien ga ik dit wel elk jaar doen, als een soort time-out.”
Dit komt overeen met de jaarlijkse of tweejaarlijkse intensive multiday burst, één of twee weken in de natuur wandelen, die Florence Williams aanbeveelt. Met de meerdaagse wandeling zit je in de top van de Natuurpiramide, die zij in haar boek ‘The Nature Fix’ beschrijft. De Natuurpiramide is een aanbevolen recept om een dosis natuur op te doen en bestaat uit vier treden waarin je steeds meer natuur en wandelen, aan je leven toevoegt. De treden zijn als volgt.
Dagelijks de natuur dichtbij
Wekelijks een wandeling van één of enkele uren in een buitengebied
Maandelijks een tweedaagse wandeling
Jaarlijkse één of twee weken wandelen, een soort pelgrimage.
Vooral de langere tijd alleen in de natuur maakt dat je jezelf ontmoet. Normaal gesproken ga je op reis om aan je dagelijkse zorgen te ontsnappen, maar een pelgrimage is juist een manier om de confrontatie met jezelf aan te gaan. Om dingen op een rijtje te zetten en van een afstand te reflecteren op het leven thuis.
“Weet je”, gaat Johan verder, “het was echt niet alle dagen feest, en soms kon ik echt niet meer, deden mijn schouders zeer van mijn rugzak, en ging mijn versleten knie opspelen, maar aan het eind van de dag had ik altijd een bevredigend gevoel. En ik heb als een blok geslapen; dat lukt me thuis niet.”
Ik herken alles wat hij zegt. Ook al loop ikzelf nooit zonder telefoon of horloge. Ik weet dat natuur, stilte en wandelen een onovertroffen combinatie is. Elke vakantie probeer ik met mijn rugzak op, op pad te gaan. Een weekje is leuk, maar drie weken is nog veel leuker, om nog maar te zwijgen over drie maanden. Maar ik hou dan weer helemaal niet van een weekje liggen op het strand. Naast dat ik zo rood word als een kreeft en er heel ongedurig van wordt, dutten mijn hersens in en zakt mijn conditie beneden peil. Kortom: ik kom er niet van bij en het is slecht voor mijn lichamelijk en geestelijk welzijn.
Ik realiseer me dat ik dat altijd heb gehad. Toen ik mijn laatste examen achter de rug had van mijn eindexamen middelbare school, wilde ik spitten in de tuin. Mijn hersenen waren overwerkt, die moesten rust hebben. En mijn lichaam schreeuwde om inspanning. Ik vond het heerlijk. Hijgend en zwetend met een schop in de weer, de volgende dag spierpijn en blaren op mijn handen, alleen om geestelijk te ontspannen. Ik vertelde het enthousiast aan mijn vrienden; ze keken me aan of ik van een andere planeet kwam. Toen ervaarde ik dat alleen maar zo; nu weet ik door onderzoek dat het ook zo werkt.
Eén of twee weken je af en toe in het zweet werken door een berg te trotseren, zorgt dus voor de noodzakelijke geestelijke rust die we zo broodnodig hebben. En dat is eigenlijk vakantie pur sang.